BRIEF AAN DE OUDERS VAN EEN STERRENKINDJE

Beste vrienden,

Tranen in de ogen had ik bij het lezen van jullie kaartje. Krop in de keel.
Wat een treffende tekst, zo mooi geschreven.

Immense pijn kruiste jullie leven. Maar ook een lichtpuntje. En een boodschap van hoop.

Het deed me veel nadenken en mijmeren. Mixed emotions, gevoelsmens dat ik ben.

Het brengt me bij een (misschien wat eerder ongewone) gedachtengang. 

Ik ben opgegroeid aan de rand van het Zoniënwoud.

Algauw raakte ik in de ban van de talrijke vogels die in onze tuin neerstreken.
(Nieuwsgierigheid is één van mijn sterkst ontwikkelde eigenschappen.)

Zo veel soorten, kleuren en vormen. In mijn tienerkamer prijkte al gauw een poster op één van de muren: ‘Onze nachtroofvogels’. 

Want, gretig als altijd, had ik niet genoeg aan de kwetterende vogeltjes die ik kon zien maar was ook bijzonder curieus naar de minder zichtbare wezens.

Wat was het toch wat mij zo fascineerde aan die uiltjes?
Was het hun ietofwat menselijk gezicht? Hun mysterieuze, verborgen levenswijze?

Als tiener naar mijn poster kijkend viel ééntje nog het meest op: de Kerkuil (Tyto alba).
Een witte vogel van de nacht. Hoe cool is dat?

Ik heb in die periode pogingen gedaan om een Kerkuil waar te nemen. Maar dat is niet gelukt, helaas. 

Jaren verstreken en andere interesses kruisten mijn pad. Scouts. Studeren in Gent.
Meisjes en zo. Je kent dat 🙂 .  De vogels verdwenen wat op de achtergrond.

Enkele jaren terug was ik op een verre reis met mijn toenmalige vriendin.
We bezochten een eilandengroep waar we vooral de bijzondere fauna wouden spotten:
schildpadden en zeeleeuwen, haaien en leguanen. Een droom. 

En daar zat hij dan, vlakbij, op een balk in een schuurtje, op een plaats waar niemand hem verwachtte.
De Kerkuil.

Hoe fantastisch! Een ontmoeting met dat diertje dat ik al van kindsbeen wou zien. Eindelijk!

Dat moment bleef maar door mijn hoofd spoken.
Enige jaren later contacteerde ik de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen en bood mij aan als vrijwilliger.

Sindsdien ga ik mee op pad om nestkasten op te hangen (lees: de ladder vasthouden 🙂 ), om de
nesten te controleren en de kuikens te tellen, ik help om het gereedschap aan te geven bij het ringen,
ik kruip door gewelven van kerken en bezoek ettelijke boeren met grote schuren…

Ik schenk jullie een pluim van een Kerkuil. Als symbool van iets bijzonders.

Het is een vogel met een gezicht in de vorm van een hart.
Met een witte kleur als een engel, de kleur van de hoop. Je ziet hem niet maar hij is er wel.

Hij heeft onwaarschijnlijk ontwikkelde zintuigen en talenten. En enorm zorgzame ouders.

Deze pluim komt uit de nestkast van het Kerkuilenpaartje dat in de kerk van Vossem woont.
Maar ook in de kerk van Duisburg, jullie toekomstige woonplaats, huist een koppeltje. 

Ik wens jullie een waanzinnig nieuw jaar. Met veel nieuwe lichtpuntjes.

kus